antwoorden
Soms, heel soms krijg ik mail. En soms, heel soms weet ik niet waar ik over moet schrijven op mijn logje. En soms, heel, héél soms stelt iemand een vraag in een mailtje waarvan ik denk: “Hela”, want zo beginnen dat soort gedachten nou eenmaal, “da’s nou een leuk onderwerp voor een stukje.”
Nu maar hopen dat de e-mail-ster dit stukje leest 😉
De vraag was namelijk:
Welke Bommel was je in bezig? Of alle Bommels achter elkaar? En waarom?
En dat vind ik een leuke om te beantwoorden, want dan kan ik over mijn jeugd vertellen en dat doe ik graag.
Ik was als kind namelijk helemaal geen Bommellezer, als ik al iets las dan waren dat Suske en Wiske’s, want dat kreeg ik als kind aangeboden. Op school zag ik wel medekinders die Bomml lazen, maar dat vond ik maar raar, zoveel letters bij zon weinig plaatjes.
Later werd ik groter (fysiek) en gingen mijn grijze cellen ook met dingen buiten mijn hoofd aan de slag, zoals daar zijn boeken, maar toen was Bommel eigenlijk een beetje kinderachtig (little did I know).
En toen leerde ik A. kennen en die had twee Bommelbundels, die las ik en ik was er wég van, nee ik lieg, ik vond het taalgebruik geweldig. Het sloot namelijk perfect aan op het pompeuze taalgebruik waarin ik op slechte dagen zelf verval. De verhalen vind ik meestal zwak, de personages zelden lovable, maar het taalgebruik! Na de zes verhalen in die twee boeken had ik het eigenlijk wel weer eventjes gezien, tot na een jaar of wat ik iets te lezen nodig had dat ik kon onderbreken. Daar is Bommel, gezien de niet altijd zo geweldige verhaallijnen1 erg geschikt voor. Dus herlas ik de twee bundels en kocht er een bundel bij (met liefst vijf verhalen). Nu, weer een aantal jaren verder, heb ik weer behoefte aan weglegbare lectuur et voila, er lag weer een bundeltje bij de Bruna en die ben ik nu aan het lezen. Ben net aan verhaal vijf begonnen en denk dat ik eigenlijk wel weer blij zal zijn als ik het uit heb.
Ik zal positief eindigen, want oh, wat een taalgebruik, geweldig en dan heb ik het niet eens in het bijzonder over de Bommel-eigen-woorden, maar de zinnen. Zo fraai, zo heerlijk, zo, ach laat ik het maar Toonder noemen (met uw welnemen).
Groeten voor joe en de joewen, yak.
1 Ik hoop dat ik joe als lezer niet te hard kwets met dit harde oordeel. Ik had het zelf ook graag anders gezien.
- henriette zei: Bommel knipte ik vroeger uit de krant, daarna plakte ik ze in een schrift, zo maakten wij zelf stripboeken.
- Irene zei: Joe: In het volgende stukje, getiteld Antwoorden (2), komt vast en zeker het antwoord op vraag 1: WELKE! Titels willen wij weten, en waarom juist die, en welke favoriet is en waarom. Alles. (*doet grote mond dicht en gaat over in "modest mode": dat is, als u een keer tijd hebt, alstublieft*)
- yak zei: Heeeeel assertief Irene, heel goed, gooi het eruit! Ik zal er maar geen addendum van maken, want dat hebben weblogs niet ;-)
- aargh zei: Ik heb een zwak voor Bommel. Mijn goede vader leek wel wat op hem. En in mijn fantasie gaat hij steeds meer op hem lijken, dat krijg je als je mensen nooit meer ziet. Wees dus een beetje voorzichtig met OBB alsjeblieft.