yak koopt inktjetprinter en tobt

Het zat zo. Ik heb een jaar of drie geleden een laserprinter gekocht omdat ik de inktjetellende zat was. Die kwam er overigens voornamelijk op neer dat de printer het verdomde om het papier te pakken, wat ik weer toedichtte aan de ‘open constructie’ van het apparaat (laserprinter is zo’n vierkante doos die dicht is en dus geen stof vangt).
De laserprinter maakt de verwachtingen aardig waar, hij is (in vergelijking met oude inktjetprinter) razend snel en pakt bijna altijd het papier wat bij het uitprinten van een rapport wel zo praktisch is.
Maar echter om niet te zeggen edoch: de laserprinter vertikt één ding n.l. kleur. Ik heb het hem gesmeekt: print nou kleur, maar hij vertikt het. Ik geb gezegd: ontstijg je ontwerp, dat de fabriek een zwart wit printer van je gemaakt heeft, wil toch niet zeggen dat je dat ook je hele leven moet blijven? Maar niets hielp.
Deze week heb ik genoeg argumenten bijeen weten te smokkelen en heb ik weer een inktjetprinter gekocht. Voor de nieuwsgierigen het is een EPSON C66, als u écht nieuwsgierig bent, ik heb er €79 voor betaald en laten we wel wezen: da’s geen geld.
Toch is het een behoorlijke printer die precies doet wat ik wil, namelijk de dingen die écht in kleur moet hebben, gewoon goed in kleur printen. Eén tip alleen: mocht u een USB printer kopen, er zit geen USB kabel bij en als het tegen zit, denkt de verkoper daar ook niet aan (dom, want dat scheelt hem ook weer omzet zou je zeggen).

Tuurlijk zijn er ook weer nadelen aan te wijzen, de belangrijkste daarvan is dat het ding een plek moet hebben. En gezien het feit dat sinds vorig jaar mijn werkkamer volledig gefinetuned is op maximaal gebruik van elke cm², onder maximalisering van de optische leefruimte, is het plaatsen van een extra printer op z’n zachtst gezegd een uitdaging.

De omschrijving van de lokatie: Ergens onder, maar niet op de grond en ook niet bij de verwarming in verband met het mogelijk uitdrogen van de inktpatronen. En gelukkig is er maar één plek die aan die omschrijving voldoet. Of, kán gaan voldoen, want er is nog geen middel dat het stukje ‘maar niet op de grond’ verzorgt.  Daarover later meer…