Venstermadam
A. noemde het ‘groenen’, maar ik heb het later eigenlijk nooit meer zo horen noemen, dus zal het wel iets gewestelijks, of A.-lijks geweest zijn. Hoe je het ook noemt, ik mag graag naar buiten kijken, hoewel ik het liefst op een stoel onder de tafel lig, met de nodige privacy en rust.
Het laatste jaar kan ik ook in de tuin groenen, da’s extra groen en ook wel heel spannend want er zitten ook andere poesen. Onze tuin is heel groot, veel groter dan het huis, want hij loopt door langs een heleboel huizen. En dat is helemaal van mij. Van de week liep ik over een schutting in onze tuin en daar liep inene ook een hond. Da’s helemaal nieuw en eng. Dus ik vluchten een steiger in, maar dat klimt rot joh! Dus toen hing ik daar, yak roepen naar de jongens van de hond, nou toen ging de hond weg en sprong ik ergens heen waar ik niet meer weg kon. Het was een deel van de tuin waar ik nog niet eerder was geweest. Ik hoorde yak en U wel, maar ik kon er niet uit. Nou en toen toen toen toen kwamen ze ineens uit een ander huis, met een hokje en daar moest ik in en toen toen toen gingen we over straat en weer ons eigen huis in. Nou.
- Lichtjuf zei: Achguttie!
- edwinek zei: Ik zit te sidderen in mijn stoel, wat een avonturen!
- Irene zei: Poehee. 't Is dat dat goed afliep anders was ik in de spanning gebleven. In de Achterhoek is groenen trouwens een ereboog maken met witte crepepapier bloemen erin, voor het bruidspaar.
- MdP zei: Je zou bijna groen van angst worden! Dappere poes!