KrakLog

Op zich zelf

Adriaan was uit huis gegaan, hij was toen 23 en had een flatje kunnen krijgen, hij zou het zelf opknappen. Schilderen, behangen, vloerbedekken, het werd niet mooi. Rokers hadden voornoemde activiteiten wel nodig gemaakt maar ook drie lagen latex hadden geen egaal wit plaffond kunnen bewerkstelligen. Hoewel het behang op de rol mooi was werd hij van het ene soort duizelig en het andere soort was veel te donker, maar het geld was op en dit zou voorlopig ‘thuis’ moeten zijn.
Zijn moeder was verdrietig dat hij in die rommel ging wonen maar het was tijd, 23 jaar is te lang.
Adriaan was er gelukkig, hij kookte zelf, het ging hem makkelijker af dan hij zelf verwacht had. Thuis mocht hij nooit, dus hij had het altijd als iets bijzonders gezien, niet iets dat een sterveling kon leren. Maar je weet pas of je kunt koken als er iemand komt eten. Bas kwam eten en vond zijn prutje lekker, al at hij niet zo veel.
Boodschappen doen, dat viel hem tegen, dat moest iedere week en tussendoor nog een keer, dan ging hij wat vroeger weg, dat mocht van zijn baas. Maar het hield niet op, steeds weer die blikken, die flessen, die aardappels, dat vlees.

Al met al was Adriaan wel blij met de rust die hij nu eindelijk had, het grootste deel van de dag. De buren had hij geen last van, zijn moeder wist hij buiten de deur te houden door vakkundig niet thuis te zijn, daar was hij goed in geworden en Bas kwam maar eens in de twee/drie maanden.
Adriaan begon het beter te doen op zijn werk, hij was vrolijker en, zo vond hij zelf, aantrekkelijker. Hij rijp te worden voor een relatie. Maar dat was van later zorg.